Het Oer-IJ gebied
De geschiedenis van het Oer-IJ-gebied gaat zo’n vijfduizend jaar terug. Door dit weidse groene landschap stroomde tot het begin van de jaartelling een zijarm van de Rijn, het Oer-IJ genoemd. Het Oer-IJ had een open verbinding naar zee in Castricum. Bij hoogtij spoelde het zoute water landinwaarts. Het gebied zag eruit als een ruig waddengebied, vol kreken en geulen en met strandwallen, zandplaten en kwelders. Het was een echt getijdenlandschap. De natuur heeft het landschap haar vorm gegeven.
Het Oer-IJ
De doorgang van het Oer-IJ is in de loop der tijd dichtgeslibd. Vanaf het moment dat stukken grond droogvielen, begonnen mensen een bestaan op te bouwen, dijken aan te leggen en activiteiten te ontplooien. In het gebied is nog veel van de ontstaans- en bewoningsgeschiedenis te zien. Zo herinnert het kronkelige verloop van veel sloten aan die begintijd. Het IJ achter het Centraal Station in Amsterdam en het IJ bij Spaarndam vormen het enige tastbare water dat van het Oer-IJ is overgebleven.
Stelling van Amsterdam
Ook menselijke activiteiten hebben in het gebied bijzondere sporen achtergelaten: land is in cultuur gebracht, er zijn oorlogen gevoerd die sterk beïnvloed werden door de landschappelijke situatie. Met de Stelling van Amsterdam is meer dan 100 jaar geleden een vernuftige verdedigingslinie van forten aangelegd. Over alle nog in het landschap aanwezige herinneringen aan het militaire verleden zijn bijzondere verhalen te vertellen. Deze verhalen vertellen over de geschiedenis en over de invloed van mensen op hun omgeving.