Water en wind hebben het Oer-IJ gebied vorm gegeven. Ze zijn alles bepalend geweest voor het aanzien en de inrichting van het landschap. Op drooggevallen grond vestigden zich al zo’n 5000 jaar geleden de eerste bewoners. Met water als bondgenoot, maar ook als voortdurende bedreiging. Vriend en vijand, water geeft en neemt. Viswater, vaarwater, drinkwater en water als bescherming. Land werd in cultuur gebracht, dijken opgeworpen en molens maalden polders droog. De omgeving kon ook expres onder water worden gezet, om vijandige indringers op afstand te houden. Extreem slecht weer met zware stormen geselden het gebied, verzwolgen land en lieten dramatische sporen na. Water dicteerde de locaties voor de bouw van kastelen, forten en buitenplaatsen. Meer van deze tijd is het aanleggen van nieuwe natuur met waterberging, noodzakelijk als gevolg van de klimaatverandering. Waarbij nog steeds gebruik wordt gemaakt van oude waterlopen en kreken die hiervan oudsher liggen.